Op vrijdag 5 november 2020 zocht ik voor een van de Verhaal van Gelderland-auteurs naar het portret van Guy-Armand de Gramont, graaf De Guiche (1637-1673). Volgens de auteur was hij ‘de zoon van een nicht van de koning – een 34-jarige biseksuele playboy, met gevechtservaring tegen de Turken in Polen’. Wat deed deze Guy-Armand in Gelderland? Hij was betrokken bij de Passage du Rhin, de Rijnoversteek bij het Tolhuis in 1672, en schreef zijn memoires, ook over zijn krijgsaandeel in Gelderland. Een intrigerende figuur.
Zijn portret door de Vlaamse schilder Jacob-Ferdinand Voet (1635-1700) hangt in de Hermitage in Sint Petersburg. Via de Hermitage-website kon ik het eenvoudig vinden. Om het aan te vragen moest ik een mail sturen aan de directeur van de Hermitage. Las ik dat goed? Ja, aan de directeur, Professor Mikhail Piotrovsky. Het voelde alsof m’n hele doopceel gelicht werd – zoveel vragen moest ik beantwoorden en aan zoveel regels voldoen. Ik vond het spannend, niet in het minst omdat ik vanwege m’n roofkunstonderzoek wel eens een kijkje in de kelders van de Hermitage zou willen nemen. Een journalist van het Brabants Dagblad kwam afgelopen voorjaar met de quote: ‘Jacobs denkt dat alles in de kelders van de Hermitage ligt.’ Dat vond ik wat ongenuanceerd. Van die journalist dan. Maar dit is een ander verhaal.
De directeur antwoordde natuurlijk niet persoonlijk. Maar binnen een paar uur kreeg ik wel antwoord van manager Olga Novoseltseva. Met haar was alles spoedig geregeld. In het Winterpaleis hangt Guy-Armand op zaal nr. 283. In mei 2022 is hij bij ons te bewonderen in het Verhaal van Gelderland.
Diezelfde dag bestelde ik in The National Gallery of Art in Washington het portret van graaf Willem IV van den Bergh. Zijn zoon Hendrik van den Bergh hangt op Kasteel Huis Bergh, maar vader is in Washington terecht gekomen. Washington, de stad waar de demonstraties na de presidentsverkiezingen op 3 november woedden en de race om het Witte Huis nog in volle gang was. Op 2,5 kilometer afstand (1,3 Miles) van het Witte Huis ligt The National Gallery of Art. Het was een vreemd gevoel daar juist op die dag virtueel aanwezig te zijn… De Gallery voert een open access beleid; met slechts vermelding van Courtesy, National Gallery of Art, Washington kon ik Willem IV van den Bergh in hoge resolutie downloaden.
Ook het Rijksmuseum Amsterdam voert een dergelijk beleid. De meest prachtige schilderijen en objecten zijn na een inlog in de Rijksstudio te gebruiken. Ik voel me er bijna schuldig om… Niet alles is echter gedigitaliseerd. Zo wilde ik behalve de prent van de executie van freule Judith van Dorth op 24 november 1799 in Winterswijk, ook haar lederen schoenen en de blinddoek die ze omgebonden kreeg opnemen – als ensemble. ’s Avonds om 23.00 kreeg ik een mail van de PhotoService van het Rijksmuseum met een link naar de blinddoek. Toen heb ik uit dankbaarheid maar een donatie aan het Rijksmuseum gedaan.
Ik heb natuurlijk ook contacten dichterbij, met de musea en archieven in Arnhem en Nijmegen en ook in Zaltbommel, de Liemers, Barneveld, Zutphen, Ede. De stadsfotograaf van Breda vindt het leuk dat we zijn foto van het Spanjaardsgat – het water langs de Nieuwe Prinsenkade – met op de achtergrond de Grote Kerk van Breda gaan plaatsen. En via het KDC kwam ik op de mooie collectie zwart-wit tijdsbeelden uit de jaren zestig van fotograaf Louis van Paridon. Hij toonde het katholieke leven, vooral veel bedevaarten, van Neerbosch naar Kevelaer bijvoorbeeld.
Maar eigenlijk had ik hier helemaal niet over willen schrijven – het gebeurde eenvoudig allemaal op 5 november 2020. Ik wilde vertellen over een foto die me al zo lang fascineert. Een foto van 31 januari 1942, midden in de Tweede Wereldoorlog in de concertzaal van Musis Sacrum in Arnhem. Een foto waar ik al jaren mee bezig ben, en die mij steeds meer vertelt over de muziek en musici ten tijde van de oorlog en de mensen in een bezette stad. Het eerste wat opvalt, zijn de enorme hakenkruisbanieren voor de halfronde orkestschelp. Ik ervoer dat als een gruwelijk beeld. Daarboven hangen doeken met de logo’s van Winterhulp Nederland en Winterhulp Duitsland. Want de opbrengst van deze avond ging naar die nationaalsocialistische organisaties. Op het podium zaten drie gezelschappen: een Orkest van de Waffen SS, een koortje van de politie en de Arnhemsche Orkest Vereeniging (AOV). Als je goed kijkt, zie je dat AOV-dirigent Jaap Spaanderman even is gaan zitten. Op het moment van de foto speelt het orkest van de Waffen SS. Na de oorlog zou Spaanderman zich voor dit concert en een tweetal andere moeten verantwoorden. Als dirigent droeg hij de artistieke verantwoordelijkheid en was het gezicht van de AOV. Zijn concerten kort na de bevrijding werden verstoord – er werden rookbommetjes van het balkon de zaal in gegooid – en Spaanderman werd voor een tribunaal gedaagd. Hij was geen held, en zou Arnhem lichtelijk aangeslagen verlaten.
Wie zaten er in de zaal? Wie bezochten zo’n concert? Dat is te lezen in de Arnhemsche Courant: ‘De bezoekers bestonden uit: voor de helft Duitse militairen, een kwart NSDAP- en NSB-leden (de helft van hen droeg een speldje of was in uniform), het laatste kwart bestond uit gewone Arnhemse burgers. Ongeveer twintig procent was vrouw, en er waren 40 “jeugdige personen” aanwezig.’
Toen ik veel later in het Nederlands Muziek Instituut nader onderzoek naar Jaap Spaanderman deed, kwam ik er ook achter wat op die januari-avond gespeeld werd. Het was een zogenaamd Wünschkonzert. Er was een programma met 36 nummers gemaakt waaruit de bezoekers van te voren konden kiezen: Wiener Blut, Oud-Nederlandsche dansen of toch de Peer Gynt Suite?
Wat mij betreft vertellen de beste beelden de spannendste verhalen!
Ingrid D. Jacobs
Nijmegen, 13 november 2020
Zijn portret door de Vlaamse schilder Jacob-Ferdinand Voet (1635-1700) hangt in de Hermitage in Sint Petersburg. Via de Hermitage-website kon ik het eenvoudig vinden. Om het aan te vragen moest ik een mail sturen aan de directeur van de Hermitage. Las ik dat goed? Ja, aan de directeur, Professor Mikhail Piotrovsky. Het voelde alsof m’n hele doopceel gelicht werd – zoveel vragen moest ik beantwoorden en aan zoveel regels voldoen. Ik vond het spannend, niet in het minst omdat ik vanwege m’n roofkunstonderzoek wel eens een kijkje in de kelders van de Hermitage zou willen nemen. Een journalist van het Brabants Dagblad kwam afgelopen voorjaar met de quote: ‘Jacobs denkt dat alles in de kelders van de Hermitage ligt.’ Dat vond ik wat ongenuanceerd. Van die journalist dan. Maar dit is een ander verhaal.
De directeur antwoordde natuurlijk niet persoonlijk. Maar binnen een paar uur kreeg ik wel antwoord van manager Olga Novoseltseva. Met haar was alles spoedig geregeld. In het Winterpaleis hangt Guy-Armand op zaal nr. 283. In mei 2022 is hij bij ons te bewonderen in het Verhaal van Gelderland.
Diezelfde dag bestelde ik in The National Gallery of Art in Washington het portret van graaf Willem IV van den Bergh. Zijn zoon Hendrik van den Bergh hangt op Kasteel Huis Bergh, maar vader is in Washington terecht gekomen. Washington, de stad waar de demonstraties na de presidentsverkiezingen op 3 november woedden en de race om het Witte Huis nog in volle gang was. Op 2,5 kilometer afstand (1,3 Miles) van het Witte Huis ligt The National Gallery of Art. Het was een vreemd gevoel daar juist op die dag virtueel aanwezig te zijn… De Gallery voert een open access beleid; met slechts vermelding van Courtesy, National Gallery of Art, Washington kon ik Willem IV van den Bergh in hoge resolutie downloaden.
Ook het Rijksmuseum Amsterdam voert een dergelijk beleid. De meest prachtige schilderijen en objecten zijn na een inlog in de Rijksstudio te gebruiken. Ik voel me er bijna schuldig om… Niet alles is echter gedigitaliseerd. Zo wilde ik behalve de prent van de executie van freule Judith van Dorth op 24 november 1799 in Winterswijk, ook haar lederen schoenen en de blinddoek die ze omgebonden kreeg opnemen – als ensemble. ’s Avonds om 23.00 kreeg ik een mail van de PhotoService van het Rijksmuseum met een link naar de blinddoek. Toen heb ik uit dankbaarheid maar een donatie aan het Rijksmuseum gedaan.
Ik heb natuurlijk ook contacten dichterbij, met de musea en archieven in Arnhem en Nijmegen en ook in Zaltbommel, de Liemers, Barneveld, Zutphen, Ede. De stadsfotograaf van Breda vindt het leuk dat we zijn foto van het Spanjaardsgat – het water langs de Nieuwe Prinsenkade – met op de achtergrond de Grote Kerk van Breda gaan plaatsen. En via het KDC kwam ik op de mooie collectie zwart-wit tijdsbeelden uit de jaren zestig van fotograaf Louis van Paridon. Hij toonde het katholieke leven, vooral veel bedevaarten, van Neerbosch naar Kevelaer bijvoorbeeld.
Maar eigenlijk had ik hier helemaal niet over willen schrijven – het gebeurde eenvoudig allemaal op 5 november 2020. Ik wilde vertellen over een foto die me al zo lang fascineert. Een foto van 31 januari 1942, midden in de Tweede Wereldoorlog in de concertzaal van Musis Sacrum in Arnhem. Een foto waar ik al jaren mee bezig ben, en die mij steeds meer vertelt over de muziek en musici ten tijde van de oorlog en de mensen in een bezette stad. Het eerste wat opvalt, zijn de enorme hakenkruisbanieren voor de halfronde orkestschelp. Ik ervoer dat als een gruwelijk beeld. Daarboven hangen doeken met de logo’s van Winterhulp Nederland en Winterhulp Duitsland. Want de opbrengst van deze avond ging naar die nationaalsocialistische organisaties. Op het podium zaten drie gezelschappen: een Orkest van de Waffen SS, een koortje van de politie en de Arnhemsche Orkest Vereeniging (AOV). Als je goed kijkt, zie je dat AOV-dirigent Jaap Spaanderman even is gaan zitten. Op het moment van de foto speelt het orkest van de Waffen SS. Na de oorlog zou Spaanderman zich voor dit concert en een tweetal andere moeten verantwoorden. Als dirigent droeg hij de artistieke verantwoordelijkheid en was het gezicht van de AOV. Zijn concerten kort na de bevrijding werden verstoord – er werden rookbommetjes van het balkon de zaal in gegooid – en Spaanderman werd voor een tribunaal gedaagd. Hij was geen held, en zou Arnhem lichtelijk aangeslagen verlaten.
Wie zaten er in de zaal? Wie bezochten zo’n concert? Dat is te lezen in de Arnhemsche Courant: ‘De bezoekers bestonden uit: voor de helft Duitse militairen, een kwart NSDAP- en NSB-leden (de helft van hen droeg een speldje of was in uniform), het laatste kwart bestond uit gewone Arnhemse burgers. Ongeveer twintig procent was vrouw, en er waren 40 “jeugdige personen” aanwezig.’
Toen ik veel later in het Nederlands Muziek Instituut nader onderzoek naar Jaap Spaanderman deed, kwam ik er ook achter wat op die januari-avond gespeeld werd. Het was een zogenaamd Wünschkonzert. Er was een programma met 36 nummers gemaakt waaruit de bezoekers van te voren konden kiezen: Wiener Blut, Oud-Nederlandsche dansen of toch de Peer Gynt Suite?
Wat mij betreft vertellen de beste beelden de spannendste verhalen!
Ingrid D. Jacobs
Nijmegen, 13 november 2020